Dag van de leraar en het Onderwijs Ondersteunend Personeel. Nuttig?
Door Else Feikje en Albert
Woensdag 5 oktober was een belangrijke datum. Op die datum was het, volgens de lerarenagenda, namelijk de dag van de leraar
en het Onderwijs Ondersteunend Personeel (conciėrges, koffiemiepen, (con)rectoren)! Reden voor een feestje dus: oranjegebak
in de lerarenkamer!
Maar wat vonden de leraren en OOP’ers er eigenlijk zelf van, zo’n dag speciaal voor hen? "Het zal wel goed
bedoeld zijn, maar ik vind het volslagen onzinnig. Het zou elke dag ‘dag van de leraar’ moeten zijn!", aldus de
heer Wubs. En ook meneer Pieters voelt zich niet vereerd. "hebben ze niks anders te doen?".
Maar mevrouw Rutgers vind het heel goed dat de leraren en het OOP eens in het zonnetje worden gezet. Ze is zelf vroeger
ook nog lerares geweest. "Maar na een tijdje lesgeven wilde ik wel weer eens wat anders." Meneer Pieters blijft liever bij
zijn eigen vak. "Lesgeven is niets voor mij."
Hebben de leraren nooit spijt dat ze voor dit vak gekozen hebben? "Jawel", zegt meneer Witteveen. "Ik wilde altijd onderzoeksjournalist
worden. Ik wilde onderzoek doen naar misstanden in de maatschappij. Corruptie, omkoping, dat soort dingen. Maar goed, naast
mijn lesgeven heb ik ook nog een baantje bij de krant." Maar als hij met pensioen gaat, laat hij dat allemaal achter zich:
"Dan ga ik naar de Veluwe, in de bossen wonen, bomen omhakken en Dostojevski lezen."
Meneer Wigman ziet zichzelf nog wel lesgeven tot zijn 65e: "lesgeven is gewoon mijn ding!" De heer Burema zegt
vastbesloten ‘nee!’. Hij zal niet voor eeuwig les blijven geven. "Ik heb nog andere doelen in mijn leven. Ik wil
bijvoorbeeld ooit nog eens een boek schrijven." Mevrouw Rutgers wil echter graag nog eventjes door. "Ik wil hier heel lang
blijven. Ik vind het een fantastische school met fantastische leraren en leerlingen. Ik ga altijd met plezier naar mijn werk."
We zijn blij voor haar.
Wat wilde onze leraren vroeger eigenlijk worden? "Gymleraar! Ik was tamelijk sportief, vond ik zelf. Ik ben geen gymleraar
geworden, omdat mij dat is afgeraden, want als je veertig wordt, ben je versleten. Dingen lopen zoals ze lopen, maar met mijn
baantje als decaan en biologieleraar ben ik ook heel tevreden, hoor", zegt meneer Westra, al heeft hij op slechte momenten
spijt van zijn beslissing, "maar als ik jullie hier zo zie, vind ik het heerlijk!". Weer iemand blij gemaakt vandaag.
Maar waarom zijn ze dan toch leraar of OOP’er geworden? Meneer Pieters: "Ik ben er gewoon zo’n beetje ingerold".
Opvallend is de manier waarop de meeste wiskunstenaars er zo’n beetje zijn ingerold. Ze werkten eerst in de informatica-branche
Mevrouw Cazemier: "En toen vond ik dat niet leuk meer en ben ik les gaan geven". Ook ons voormalig langharig tuig, meneer
Wigman, werkte vroeger met computers.
Al met al was het een geslaagde dag, want wie houdt nou niet van oranjegebak? Het enige wrange punt was dat de dag van
de leraar en het OOP dit jaar (en alle komende jaren ook) een dag ną dierendag viel. Is er een verband? Mevrouw Wiersema denkt
van wel: "ongetwijfeld!". Meneer Wigman hoopt van niet. Maar ja, je kunt het nooit weten.
[Klik hier om terug te gaan naar artikelen]