Ll: 1b?
TGE: 1c, smurf!
Ll: Uw uitleg is vaak onduidelijk, na de eerste keer
uitleggen snap ik het vaak nog niet
WIJ: Het is maar goed dat ik sterk in mijn schoenen sta, anders was ik nu huilend
weggelopen
Ll: U heeft zeker ook geen zin in lesgeven
WSJ: Nee dat heb ik nooit, maar ik doe het wel
KRJ (leerling leunt met stoel tegen de muur): Die muur hoeft niet ondersteund
te
worden
Ll: Mag ik even naar de wc?
WNG: Moet er iemand mee?
WNG: Blitzen, blizte, geblitzt. Hiemstra, is dat sterk of zwak?
Hiemstra: Zwak eh.. sterk, zwak, sterk, zwak dus
WNG: Een typisch Hiemstra-antwoord
WSJ: Teun, als jij je nu niet stil houdt, dan sla ik je op je be… b…. beugel
Ll: Mag ik mijn walkman opzetten tijdens het maken van de opgaven?
HBS: ja wel
Ll: Echt?
HBS: Ja, alleen als hij uitstaat
MAP: (….) … dus alles is economie
Ll: Ja en alles is godsdienst
Ll2: en wiskunde
Ll3: en vooral scheikunde
MAP: Ja, waarom heb je eigenlijk niet één vak: alles?
“Wat
heb jij het derde uur? Ik alles.”
WSJ: dubbel belast zijn, dat wil zeggen, Grieks en Latijn hebben
Ll: Maar ja, zo ben ik
WNG: Ja, dan kun je ook wel zeggen, ‘die Murat D.
heeft een leraar doodgemaakt,
maar
ja, zo is Murat, hè?’
(Klas zit net nieuwe KPATHP te lezen)
KRJ: We liggen voor op de andere klas. Moai, dan kan ik
hem ook even lezen.
(geschreeuw klinkt van buiten)
WSJ: ach ja, het leven is moeilijk
KRJ: (is bezig met een kansberekeningopgave waarbij je alle mogelijke combinaties
moet geven van jongens en meisjes, als je vier kinderen hebt) en tot slot, je moet er
niet aan denken, vier meisjes…
Ll: Albert is afwezig
WFJ: dat kan ik me voorstellen
SRC: gaat er al een lampje branden?
Ll: ja, vaag
SRC: oh, een spaarlampje!
KRJ: Ja, nee, ja, nee, ja, nee, ja,
nee,
jamh, nehm, jhm, nhm, ehm,
ehm,
ehm!
(Het regent buiten pijpenstelen en
een Ll zucht)
TGE: Heb je mijn regendans in de pauze dan niet gezien?
Ll: Met uw vredespijp zeker?
TGE: Uiteraard!
KRJ: en dan opdracht 10e… Die
snap
ik niet, slaan we over.
SAA: Hiervoor moet je een appeltje
voor
de dorst hebben. Of een pilsje natuurlijk.
(Ll is boeken vergeten en moet na
het weekend trakteren)
TGE: ik hoop dat het weekend
snel
om is!
Ll: hoezo, krijgt u thuis niet genoeg te eten?
TGE: voor mijn doen een erg leuk grapje