KPATHP schoolkrant
Home
Kalender
Insturen
Archief
Links
Redactie
Lid worden?
Gastenboek en chat

Interview mr. Nijenhuis

nijenhuis.jpg

Interview: Het geloof van Dirk Nijenhuis

 

Op de allerlaatste dag van zijn aanwezigheid hier op school heeft de heer Nijenhuis (hier verder familiair Dirk genoemd) in een uitgebreid gesprek zijn visie op het geloof uiteengezet. Van dit gesprek volgt hieronder een verslag.

 

De startvraag: Het is bekend dat u hamert op kennis van de Bijbel. Kunt u aangeven wat volgens u de belangrijkste delen zijn van de Bijbel, of vindt u dat geen onderscheid te maken is?

 

“Ik vind alle delen belangrijk, maar ik voeg wel een komma toe. Het is zeker waar dat er vanuit sommige delen uit de Bijbel (bijvoorbeeld het boek Esther) eigenlijk nooit gepreekt wordt! Dit komt omdat deze boeken een overwegend historische betekenis hebben en verslag doen van de families en geslachten uit die tijd. Voor ons zijn die delen dan ook wat minder relevant. De evangeliën en de brieven van Paulus zijn uiteraard wel heel belangrijk. Daarmee zeg ik niet: ‘Het Oude Testament is niet belangrijk’, integendeel. het OT en het Nieuwe Testament (NT) vormen een eenheid, in de zin van belofte en vervulling: de belofte van het OT wordt vervuld in Jezus Christus! Bovendien wordt het NT ook zeer beïnvloed door het joodse denken. Iemand heeft het NT wel eens het ‘verklarend zakwoordenboekje van het OT’ genoemd”.

 

“Waar het joodse denken over gaat in het christelijk denken? Volgens de orthodoxe joden moet de Messias nog komen, dus het is duidelijk dat het NT niet in die joodse traditie past. In de joodse wereld is wel eens discussie geweest over Jezus als Verlosser, onder het motto: als er zoveel christenen zijn en er zoveel bijkomen, is Jezus dan toch niet de Verlosser? Als weerwoord op deze twijfel bestaat er een anekdote over 2 rabbi’s in Warschau ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. De ene rabbi zegt tegen de andere: ‘Er zijn veel meer christenen dan joden. Zouden de christenen niet gelijk hebben?’ De ander neemt hem mee naar het raam, opent dat raam en wijst naar buiten, waar het verwoeste Warschau te zien is. ‘Kijk, je kunt zo wel zien dat de Messias nog niet is gekomen!’ Voor mij is Jezus wel de Verlosser. Ik denk ook dat het Koninkrijk er al is, maar dat we het nog niet zien. Je kunt het vergelijken met de landing van de geallieerden op 6 juni 1944 op het Europese vasteland. Eigenlijk waren de Duitsers toen al verslagen, maar wij wisten dat nog niet! D-day was Decision-day (Beslissingsdag), en V-day Victory-day (Overwinningsdag), en we kunnen D-day vergelijken met de komst van Jezus Christus, en V-day met de wederkomst van Jezus Christus aan het einde der tijden”.

 

Het blijkt dat Dirk nogal somber is over de toekomst. “Ik weet niet of je de toename van natuurrampen moet zien als een signaal van God, zoals sommigen beweren, maar wel denk ik, dat de aarde naar de bliksem helpen! Het leefmilieu verslechtert, en de regulerende patronen in de natuur raken verstoord. Kernenergie bijvoorbeeld zie ik ook totaal niet zitten. Voor sommige gelovigen is dit alles een teken, dat het eindspel begonnen is. Ik weet niet of je dat zo maar kunt zeggen. Wanneer precies, weet niemand. Dat is een mysterie. Maar het Koninkrijk van de Vrede staat eraan te komen”. Ik vraag Dirk naar de relatie (de spanning) tussen de komst van het Koninkrijk der Hemelen en de Apocalyps. “Daar heb ik moeite mee, daar heb ik moeite mee, ja. Ik leg meer de nadruk op Gods gerechtigheid en overwinnende genade dan op de straf voor de zonden die geassocieerd wordt met de Apocalyps. Het is inderdaad een Bijbels gegeven, maar ik voel daaromtrent wel enige aarzeling”.

 

“Alle gegevens in de Bijbel staan met elkaar in verband, maar toch is niet alles samen te brengen. Tenslotte zijn de waarheden in de Bijbel niet te bewijzen. Iedere gelovige moet eerlijk zijn over zijn of haar twijfel. Het is bijvoorbeeld moeilijk te rijmen dat God oneindig goed en almachtig is en dat toch het Kwaad bestaat. Ik kan begrijpen dat iemand van zijn geloof valt. Ik heb diverse mensen gesproken die gelovig waren en door ellende en vreselijke ervaringen van hun geloof zijn gevallen”.

 

“Je moet de teksten in de Bijbel ook niet alle letterlijk nemen. Neem Genesis: dat is een duidelijk voorbeeld van een poëtisch, diepzinnig verslag van het begin, ‘het komen uit Gods hand’. Ik vind dat je de wetenschap niet van je af moet gooien, en dat je je verstand gebruiken mag”.

Ik leg hem voor dat acceptatie van de evolutietheorie tot de opvatting zou kunnen leiden dat wij mensen niet hoger of beter zijn dan de andere wezens hier op aarde. “Ik geloof toch in een rangorde. Mensen staan boven dieren en planten, omdat wij geschapen zijn naar Gods beeld. Dat bedoel ik niet letterlijk, maar wij zijn in staat om lief te hebben en wij zijn verantwoordelijk voor elkaar en en de schepping. Het heeft te maken met het bewustzijn, ja. Wij kunnen rondkijken en alles een naam geven. Als je een schepsel een naam kunt geven, dan geeft jou dat macht over dat schepsel”.

 

Het blijkt dat Dirk ook vindt dat er ondertussen teveel mensen op de aarde wonen. Ik vraag hem hoe hij dat ziet in het licht van de Bijbel. “Ieder schepsel moet een goed leven hebben en ieder moet tot zijn recht komen. Dieren hebben minder recht, ja, door de rangorde die er is. We moeten ze wel met respect behandelen”. Ik leg Dirk voor dat mensen in het algemeen toch niet bepaald aardig voor elkaar en de rest van de wereld zijn. “Dat klopt! Het is een breuk in de Schepping. Paulus zei al in zijn brieven: ‘Het goede dat ik wil doe ik niet en het kwade dat ik niet wil doe ik’. Wat een mens dan drijft? Soms is er een tragisch lot, soms aanwijsbare schuld. Soms ook een collectieve schuld, waarbij we met z’n allen de fout in gaan, bijvoorbeeld bij het teveel gebruiken van energie”.

 

Ik keer terug naar een eerder punt, namelijk zijn idee dat het eeuwig koninkrijk al begonnen is. “Welke tekenen ik zie? Elke keer als ik een ziekenauto zie rijden denk ik eraan. Ik vind het een teken van het Koninkrijk dat er instituten zijn om mensen te redden, waarin mensen professioneel begaan zijn. Ik zie zulke instituten als het resultaat van een collectieve wil om goede dingen te doen. Het is een teken van beschaving, die iets weergeeft van het heil van het grote en volmaakte Koninkrijk. Je moet leven vanuit het perspectief van het Koninkrijk, van de toekomst”.

 

“Of het Koninkrijk alleen via de Bijbel te bereiken is? Ik ben wel eens jaloers op boeddhisten: zij staan bekend om hun vredelievendheid en veroorzaken nooit ellende. Ik vind dat je verdraagzaam moet zijn jegens anderen en andere geloven. Voor mij is alleen Jezus de Weg, de Waarheid en het Leven. Ik vind dat je wel de verplichting hebt om melding te maken van je geloof, maar zonder onverdraagzaam te zijn of het dwingend op te leggen. Een mens heeft zelfstandigheid gekregen van God. Prof. Van Ruler zei eens op college: ‘Een mens kan God recht in de ogen kijken en zeggen: Nee’”.

 

 “Of Nederland christelijk zal blijven is de vraag. Zoals je wel weet heb ik een hekel aan het woord ‘christelijk’! Nederland zal steeds meer multicultureel worden, en dat is prima. Het is zeker zo dat kerken leeglopen en steeds vaker een andere bestemming krijgen, maar zolang er kerken bestaan die de mogelijkheid hebben de Boodschap uit te dragen is het goed. Er is trouwens zeker geen afname in het religieus beleven!”

 

“Ik heb veel bewondering voor iemand als dominee Bonhoeffer. Met grote zorg zag hij in de dertiger jaren het nazisme opkomen. Hij weigerde mee te werken met het regime, en werd in een concentratiekamp opgesloten. Vlak voor de bevrijding werd hij op last van Hitler geëxecuteerd. Zijn grote en onwrikbare geloof en zijn vertrouwen in God heeft hem nooit verlaten. Naar verluidt waren zijn laatste woorden: ‘Dit is niet het einde, het is slechts het begin!’”.

 

“In de Veluwse godsdienstige kringen waarin ik vijftig  jaar geleden ben grootgebracht, was men altijd duidelijk tegen de leer en de macht van de Rooms-Katholieke kerk, maar niet “anti” de Rooms-Katholieke mens. Zo heb ik dat thuis en in mijn veluwse omgeving toch ook ervaren! De Rooms-Katholieke kardinaal Simonis heeft laatst een boek over het ‘Onze Vader’ geschreven, en daar kan ik 100% achter staan. Ik vind dat je moet kijken naar wat je gemeen hebt”.

 

“Of mijn geloof verdiept is? Sommige dingen hebben voor mij een bijzondere glans gekregen, terwijl ik in andere dingen minder dogmatisch ben geworden. Door twijfel over veel zaken, door je af te vragen of dit of dat wel zo belangrijk is, ben je gedwongen je op de essentie te richten, de essentie die je houvast geeft. Voor mij is dat het geloof in Jezus”.

 

“In je werk als predikant probeer je mensen altijd te ondersteunen in hun lijden. Dan voel je dat de sterkte van de woorden het leed verzacht. Je fysieke aanwezigheid, een hand op het hoofd bijvoorbeeld, geeft dan extra steun. Of de sterkte van de eigen overtuiging daarbij een rol speelt? Het geeft wel een extra dimensie. Het woord ‘levenstaak’ is te zwaar, maar ik zie compassie, het steunen van anderen in hun mens-zijn wel als een grote taak. Soms ben je machteloos, maar zelfs dát kan, als je dat laat blijken, een ander tot steun zijn”.

 

Ik dank Dirk van harte voor het gesprek, en druk hem voor de laatste keer als collega (maar hopelijk niet als oud-collega!) de hand.                                                                      WIJ

 

Ter afsluiting volgt hier nog een favoriete tekst van Dirk. Hij liet mij de keuze uit Romeinen 8, een tekst van Bonhoeffer (“Von guten Mächten treu und still umgeben”) en van Gerhard (“Diepe duistere krachten ....”). Hier volgt de tekst van Bonhoeffer.

 

Von guten Mächten treu und still omgeben     (D. Bonhoeffer 1906-1945)

 

Door goede machten trouw en stil omgeven,

Behoed, getroost, zo wonderlijk en klaar,

zo wil ik graag met u, mijn liefsten leven,

en met ingaan in het nieuwe jaar

 

Wil nog de oude pijn ons hart vernielen,

Drukt nog de last van ’t leed dat ons beklemt,

o Heer, geef onze opgejaagde zielen

Het heil waarvoor Gij zelf ons hebt bestemd.

 

En wilt Gij ons de bittre beker geven

Met gal gevuld tot aan de hoogste rand,

Dan nemen wij hem dankbaar zonder beven

Aan uit uw goede, uw geliefde hand.

 

Maar wilt Gij ons nog eenmaal vreugde schenken

Om deze wereld en haar zonneschijn,

Leer ons wat is geleden dan herdenken,

Geheel van u zal dan ons leven zijn.

 

Laat warm en stil de kaarsen branden heden,

Die Gij hier in ons duister hebt gebracht,

Breng als het kan ons samen, geef ons vrede.

Wij weten het, uw licht schijnt in de nacht.

 

Valt om ons heen steeds meer het diepe zwijgen,

De eenzaamheid die nergens uitkomst ziet,

Laat ons dan allerwege stijgen

Tot lof van U het wereldwijde lied.

 

In goede machten liefderijk geborgen,

Verwachten wij getroost wat komen mag.

God is met ons des avonds en des morgens,

Is zeker met ons elke nieuwe dag. 

   

   

[Klik hier om terug te gaan naar interviews]

nijenhuisaanhang.jpg
Meneer Nijenhuis met enkele fans